Op een dinsdagochtend riep mijn baas me in zijn kantoor. Ik had geen idee waarom.
“Kom erbij zitten, Alain, laat ons even praten.” Als je baas zoiets zegt, ben je direct op je hoede. Een zwerm van gedachten vliegt dan pijlsnel door je hoofd. Wat heb ik misdaan? Wat gaat er gebeuren?
Hij stak onmiddellijk van wal. “Alain, ik weet dat je elke dag lang onderweg bent van thuis naar het werk. Je doet dat nu al een hele tijd en ik weet dat al die verkeersproblemen stresserend zijn voor jou.”
“Ik moet je echt feliciteren voor die inspanningen die je jaar in jaar uit levert om hier te geraken op het afgesproken uur.” Ik wist totaal niet wat er ging volgen en was zeker nog niet gerustgesteld.
Hij ging verder : “Daarom heb ik besloten dat je vanaf morgen een flexibel uurrooster krijgt. Je beslist zelf, naargelang je werk en naargelang de drukte van het verkeer, om welk uur je begint. Ik zal wel je werk overnemen wanneer je er niet bent.”
Dit had ik niet verwacht en ik was heel blij. Ik bedankte hem dan ook uitvoerig.
Maar het was nog niet gedaan. Hij stond recht en begon te ijsberen. Uiteindelijk keek hij me recht in de ogen en zei “Ik moet me ook naar jou toe verontschuldigen. Ik ben helemaal vergeten dat jij sinds vorige vrijdag hier 6 jaar werkt. Sorry dat ik hier niets van gezegd heb. Mijn assistente zal je straks een geschenkje komen brengen.”
Mijn verbazing groeide met de minuut. Wat had mijn baas gegeten die ochtend? Ik stamelde iets van geen probleem, maar hij was al terug aan het praten.
“Vanaf nu gaat het hier veranderen. Iedereen moet meer inspraak krijgen. En alle interne communicaties zullen voortaan eerst bekeken en gecheckt worden door het middle management en door verschillende vertegenwoordigers van de teams. Gedaan met de ivoren torens!”
Gelukkig had hij mij een stoel aangeboden want anders was ik vast en zeker achterover gevallen.
En zijn speech was nog niet gedaan. Wijd gebarend vervolgde hij: “Wat onze objectieven betreft, die blijven bestaan, maar onze grootste focus wordt nu de tevredenheid van onze medewerkers.”
Hij deed er zelfs nog een schepje bovenop: “Dat wil dus ook zeggen dat, als één van de directeurs of managers geen respect toont voor een personeelslid, hij of zij op staande voet zal ontslagen worden.”
Tenslotte vroeg hij mij vriendelijk om hem het overzicht van de lonen te bezorgen want hij vond dat iedereen wel een fikse loonsverhoging had verdiend. Ik kon alleen maar knikken, ik ben rechtgestaan en als een zombie naar mijn bureau gestapt.
En toen werd ik wakker.