(Im)mobiliteit

Gejaagd door de file

Lange files

‘En, sta jij ook dagelijks in de file?’, vroeg ik een vriendin. ‘Oh, ik ben dat zo beu’, antwoordde ze ‘daarom heb ik vorige week een experimentje gedaan. Alle alternatieven voor autorijden heb ik uitgeprobeerd.’

‘Heb je de trein genomen?’, wou ik weten. ‘Ja, en ik ben zelfs eerst te voet naar het station gegaan. De afstand viel mee maar ik voelde me net een paria. Al die chauffeurs in hun warme wagens die me aankeken alsof ik gek was. Niet voor herhaling vatbaar.’ Ze zuchtte diep en vertelde verder. ‘En de trein zelf, dat was geen onverdeeld succes. Er was geen zitplaats vrij en ook geen galante man te bekennen die zijn plek voor mij wilde afstaan. Dus ik heb het hele traject moeten rechtstaan.’

‘Heb je nog iets anders geprobeerd?’, vroeg ik benieuwd. ‘De tram. Ook geen plezier. Jonge mannen die met hun benen gespreid zitten en zo twee zitplaatsen innemen. De hele tijd rechtstaan. Even dacht ik zelfs in een #metoo-situatie beland te zijn toen ik een hand op mijn achterwerk voelde, maar het was gelukkig maar een pickpocket.’

Veel volk in de bus

‘En de bus, was dat beter?’ ‘Alleszins spannender! Een groepje jongeren trok voortdurend aan de noodrem waardoor de buschauffeur razend werd en met een rotvaart door de stad racete. Ik voelde me net in een rollercoaster.’

‘En carpooling?’ ‘Zwijg me daarvan! Nadat mijn collega’s elke dag te laat kwamen en nadat ik drie groene boompjes heb moeten ophangen in mijn auto om hun slechte adem te verjagen, heb ik dat opgegeven. Bovendien stonden we ook nog steeds in de file. Het enige verschil was dat we het nu samen deden, en dat er op den duur ongemakkelijke stiltes vielen toen we uitgepraat waren.’

Carpooling kan best leuk zijn

Ze was nu helemaal op dreef. ‘Voor je het me vraagt, met de fiets naar het werk is ook geen oplossing. Al die onvoorzichtige autobestuurders kon ik met enige behendigheid wel ontwijken, maar  die zware vrachtwagens, dat was andere koek. Ofwel deden ze me in de berm belanden door hun luchtverplaatsing ofwel dreigden ze me te verpletteren omdat ik in hun dode hoek zat. Eens op de fietssnelweg dacht ik veilig te zijn, maar niets was minder waar. Meermaals kreeg ik bijna een hartstilstand door hoogmoedige Pedelec-rijders die me tegen een veel te hoge snelheid inhaalden.’

Ondertussen was mijn vriendin serieus opgewonden. ‘Moto’s zijn ook uitgesloten, dat had ik na enkele minuten al door. Dat slingeren  tussen die stilstaande auto’s in de file, met het risico dat op elk moment een deur geopend wordt, was veel te gevaarlijk. En ik werd dan ook nog regelmatig bekogeld met zwerfvuil dat de bestuurders zonder kijken door hun raampje wierpen.’

Zwerfvuil is een groot probleem

‘Dus sta je weer in de file met de auto?’ ‘Inderdaad, ik loop nu veel minder risico’s, en het is eigenlijk het enige moment van de dag dat ik een beetje rust in mijn hoofd heb. Geen jengelende kinderen of een zeurende baas. Lekker muziekje op de radio. De max. En weet je, als je er eens goed over nadenkt, zijn al mijn alternatieven niet mislukt door een slechte infrastructuur of organisatie. Neen, het lag gewoon aan al die andere mensen. ’

Nadat we afscheid hadden genomen, overliep ik al de problemen die mijn vriendin op haar weg tegengekomen was. En verdomme, ze heeft gelijk. Als iedereen nu al eens met zichzelf zou beginnen! Ik stapte mijn auto in en ging in de file staan. Dan kon ik er eens goed over nadenken.

Alain Dierckx – mei 2019

Geef een reactie